Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Toestemming voor verlof

Verlof voor tbs-patiënten verloopt via het Toetsingskader Verlof van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De kliniek kan pas verlof voor een patiënt aanvragen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

> De multidisciplinaire behandelstaf is van mening dat verlof verantwoord is en dat het risico op strafbaar gedrag laag genoeg is.

> De patiënt heeft voldoende vooruitgang geboekt in de behandeling.

Voorafgaand aan iedere verlofaanvraag moet de patiënt een eigen motivatie schrijven, wordt er een risicotaxatie afgenomen en geeft de Kliniekraad (raad van medepatiënten) advies.

Het onafhankelijke Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT) onderzoekt de verlofaanvraag en brengt hierover een advies uit. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het ministerie van Justitie en Veiligheid neemt uiteindelijk namens de minister de beslissing over de verlofaanvraag.

Een verlofmachtiging wordt afgegeven voor 1 jaar en kan op basis van evaluatie worden verlengd. Voor iedere verandering binnen het verlof dient de kliniek opnieuw een verlofaanvraag in. Deze wordt opnieuw getoetst. De minister kan van een positief advies van het AVT afwijken door geen verlofmachtiging te geven. Geeft het AVT een negatief advies, dan kan DJI niet besluiten om toch verlof te verlenen.

Fasen van verlof

Het verlof kent vier fasen: begeleid verlof, onbegeleid verlof, transmuraal verlof en proefverlof. Daarnaast bestaat er incidenteel verlof. Dit kan een patiënt krijgen bij persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld bij het overlijden van een naaste. 

Begeleid verlof
Begeleid verlof
Onbegeleid verlof
Transmuraal verlof
Proefverlof
Na de verloffase

In de eerste fase van het verlof mag de patiënt onder begeleiding naar buiten, bijvoorbeeld om begeleid boodschappen te doen. De eerste vijf keer wordt een patiënt begeleid door beveiligers van DV&O (Dienst Vervoer en Ondersteuning van DJI). Dit is de zogenaamde beveiligde fase. Daarna wordt de patiënt begeleid door twee groepsleiders, zonder beveiliger. Dit is de zogenaamde dubbel begeleide fase. Tenslotte begeleidt nog één groepsleider de patiënt tijdens het verlof.

Als het begeleid verlof goed is verlopen, mag de patiënt op onbegeleid verlof. De duur van dit verlof varieert van enkele uren tot maximaal zes dagen. Tijdens het verlof kan de patiënt bijvoorbeeld werkervaring opdoen, een opleiding volgen of familie of vrienden bezoeken.

Tijdens het transmuraal verlof moet een patiënt laten zien dat het gevaar voor recidive zo ver is teruggebracht dat het verantwoord is om buiten de kliniek te wonen, in een woning van de kliniek. Het toezicht en de behandeling zijn nog volledig in handen van de kliniek.

Tijdens het proefverlof kan een patiënt laten zien dat het gevaar voor recidive zo ver is teruggebracht dat het verantwoord is om met minder controle van de kliniek om te gaan. Bij proefverlof houdt de reclassering toezicht, maar is de Van der Hoeven Kliniek nog wel verantwoordelijk voor de patiënt. In deze fase woont de patiënt zelfstandig, in een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW) of een reguliere ggz-instelling.

Na deze laatste verloffase kan de rechter de dwangverpleging (voorwaardelijk) beëindigen. Bij een voorwaardelijke beëindiging wordt bijna altijd forensisch psychiatrisch toezicht ingesteld. Dit betekent dat de kliniek verantwoordelijk blijft voor de patiënt, maar dat de behandeling en het toezicht worden overgenomen door een instelling voor ambulante forensische zorg (zoals de Waag, ook onderdeel van De Forensische Zorgspecialisten) en Reclassering Nederland.